betaïne is een soort quaternaire ammoniumalkaloïde, die veel voorkomt in dieren en planten. Zijn unieke moleculaire kenmerken maken het zowel polair als niet-polair, wat betekent dat het kan interageren met biologische macromoleculen, zoals enzymen of eiwitcomplexen, binden aan het hydrofiele gebied, en ook aan het hydrofobe gebied. Het is een belangrijke niet-toxische osmotische aanpassingsstof in hogere planten.
Betaïne kan de structuur en functie van biologische macromoleculen stabiliseren onder osmotische stressomstandigheden en kan tegelijkertijd de schade van osmotisch waterverlies aan de structuur en functie van celmembranen, enzymen en eiwitten onder moeilijke omstandigheden verminderen. Daardoor wordt de plantweerstand tegen verschillende stressfactoren verbeterd, evenals de belangrijkste enzymen van de tricarbonzuurcyclus en terminale oxidasen, fotosysteem II, perifere polypeptiden en andere fysiologische functies, die vaak worden aangetast door droogte, zout-alkali, kou en andere nadelige effecten. omgevingen tijdens de groei van planten. Het handhaven van de normale voortgang van de ademhaling en fotosynthese heeft een belangrijke fysiologische betekenis. Een groot aantal onderzoeken heeft bevestigd dat de toepassing van exogeen betaïne de weerstand van verschillende gewassen, fruitbomen en bosplanten tegen stress zoals zout-alkali, droogte, hoge temperatuur en vorstschade aanzienlijk kan verhogen.
Gezonde betaïne bevordert niet alleen de groei van gewassen, verbetert het vermogen van capillaire wortels van gewassen om water en kunstmest op te nemen, verbetert de fysische, chemische en biologische eigenschappen van gewassen om de productie en het inkomen te verhogen, maar heeft ook een goede anti-stress werking op gewassen en verbetert de gewasresistentie aanzienlijk. Het kan ook de snelle reproductie van nuttige micro-organismen bevorderen, de microbiële flora (symbiose) activeren en de activiteit van nuttige micro-organismen verbeteren. Bovendien verhoogt het ook het gehalte aan organische stof in de bodem, verbetert het de structuur van het bodemaggregaat, verbetert het de verzuring en verzilting van de bodem en vermindert het bodemverdichting.33