betaïne is een trimethylderivaat van glycine. Als voeradditief kan betaïne de groei van dieren bevorderen, de kwaliteit van het karkas verbeteren, hittestress verlichten en de reproductieve prestaties van dieren reguleren. Betaïne zorgt voor methylering van de meeste methyleringsreacties van het lichaam door deel te nemen aan het methioninemetabolisme. De laatste jaren hebben steeds meer onderzoeken uitgewezen dat betaïne een onmisbare rol speelt bij het verlichten van stress.
Uit het onderzoek bleek dat Cherry Valley-eenden willekeurig werden toegewezen aan de controlegroep en dat de experimentele groepen werden aangevuld met 0,12% betaïne maar met verschillende voedingsmethoden. 42D voedingsexperiment werd uitgevoerd. In de tweede helft van het experiment werd een hittestressomgeving gecreëerd door verwarming en bevochtiging. De groeiprestaties, het hematocriet, het aantal bloedplaatjes en het cecale korteketenvetzuurgehalte van eenden in de experimentele groep waren significant hoger dan die in de controlegroep onder hittestress. Studies bij vleeskuikens hebben aangetoond dat diëten aangevuld met 0,1% betaïne de achteruitgang van de groeiprestaties en vleeskwaliteit veroorzaakt door hittestress kunnen verlichten en de oxidatieve stresstoestand kunnen verbeteren. Bij hittestress kan een dieet aangevuld met 0,1% betaïne de overlevingskans, het legpercentage en de eiproductie van hennen aanzienlijk verbeteren. Betaine kan ook de voerefficiëntie verbeteren en de rectale temperatuur van vleesvarkens die onder hittestress lijden, verlagen.
Achtenveertig zeugen werden willekeurig toegewezen aan de controlegroep en de betaïnegroep (aanvullend niveau van 1,92 g/kg) vanaf 5 dagen voor de verwachte leveringsdatum tot het einde van de lactatie. Voor twee opeenvolgende pariteiten werden reproductieve indicatoren geregistreerd. De resultaten toonden aan dat het speengewicht van de betaïnegroep significant hoger was dan dat van de controlegroep, en het interval tussen spenen en oestrus was significant lager dan dat van de controlegroep. In het tweede trimester was het aantal levende biggen en gespeende biggen in betaïnegroep waren significant hoger dan die in de controlegroep. Een onderzoek met Bama minivarkens toonde aan dat voedingssuppletie van 0,35% betaïne bij zeugen het sterftecijfer van biggen significant verminderde, het aantal gespeende biggen verhoogde en het gehalte aan melkeiwit en ureumstikstof in biest van zeugen significant verhoogde. Andere studies hebben aangetoond dat suppletie met betaïne via de voeding (0,3% tot 0,4%) de kans op een worpgrootte groter dan 15 kan vergroten. om het totale aantal zaadcellen van beren te verhogen. Een totaal van 120 Rugao Yellow-kippen van 38 weken oud werden willekeurig toegewezen aan de basisdieetgroep en betaïnegroep (0,5%) voor een voedingsexperiment van 4 weken. Uit de resultaten bleek dat de legsnelheid van de hennen in de betaïnegroep significant hoger was dan in de controlegroep.3