De wetenschappelijke naam van bietenalkalisatie is trimethylglycine, een seizoensgebonden ammoniak-alkaloïde met de molecuulformule C5H12NO2 en het molecuulgewicht 117,5. De moleculaire structuur heeft twee kenmerken: ten eerste is de ladingsverdeling in het molecuul neutraal; Ten tweede heeft het drie actieve methylgroepen. Het uiterlijk is vloeibaar, lichtbruin kristallijn poeder, zoete smaak, gemakkelijk te absorberen vocht, oplosbaar in water en alcohol, waterige oplossing is neutraal, smeltpunt 293 , is bestand tegen hoge temperaturen onder 200 ℃, met sterke oxidatieweerstand. Bovendien is betaïne vochtinbrengend.
betaïne heeft een zeker anti-vet effect, voedingsbetaïne kan vet verminderen en het eiwitgehalte verhogen bij opgroeiende kippen. Betaine kan methylaminomethylethanol aanbieden en choline genereren, choline-esters in het metabolisme spelen een belangrijke rol, die de vorming van vetzuuroxidatie en fosfolipiden bevorderen, de werking van esters versnellen, betaïnesynthese van fosfolipiden, door het lichaam enerzijds te bevorderen hand, de activiteit van lipase in de lever verminderen, aan de andere kant de synthese van apolipoproteïne in de lever bevorderen. Onder hen is lipoproteïne met een zeer lage dichtheid het belangrijkste dragereiwit dat wordt gebruikt om endogene triglyceriden te vervoeren, wat de migratie van vet bevordert in de lever, waardoor het gehalte aan triglyceriden in de lever wordt verminderd.
Betaïne heeft een duidelijk kalmerend effect en versterkt het hypnotische effect van barbituraat, anti-verwondingsstimulatie en antipyretisch effect. Kippenlichaam wordt gemakkelijk geïnfecteerd met coccidiase en beïnvloedt de intestinale ionenbalans. Hoewel geneesmiddelen tegen coccidiose parasieten kunnen doden door de ionenconcentratie van parasietcellen te veranderen, beïnvloeden ze ook gastheercellen, met name de intestinale ionenconcentratie, waardoor de normale darmfunctie wordt aangetast. Betaïne levert methyl als osmotisch beschermend middel, dat de normale osmotische druk van dierlijke cellen kan handhaven, uitdroging veroorzaakt door waterverlies in cellen kan voorkomen en de intestinale ionenbalans kan stabiliseren. Zo wordt de weerstand van het kippenlichaam verbeterd.3