betaïne , ook bekend als glycine-trimethyl-inwendig zout, is een niet-toxische en onschadelijke verbinding. Het uiterlijk is wit kristallijn poeder of korrel, de molecuulformule is C5H12NO2 en het molecuulgewicht is 118 en het smeltpunt is 293 ° C. Het heeft een lichtzoete smaak en is een stof die lijkt op vitamines. Momenteel veel gebruikt in de voerfokkerij, wordt betaïne gebruikt als voeradditief om het lichaamsgewicht van varkens te verhogen en de efficiëntie van de voerconversie te verbeteren.
1. Het gebruik van betaïne bij biggen
Voor biggen na het spenen kan het toevoegen van betaïne de groei- en ontwikkelingsprestaties verbeteren, en het daadwerkelijke effect van 600 mg/kg betaïne is het beste; 800 mg/kg betaïne verbetert de vertering en absorptiesnelheid van droge stof en ruw eiwit in het dieet, en verbetert proteolytische enzymen. Activiteit kan ook het mager vleespercentage van biggen verhogen, diarree verminderen, ureumstikstof verminderen en de totale ijzerbindingscapaciteit van serumeiwit verhogen.
2. Het gebruik van betaïne bij opgroeiende en vleesvarkens
Het toevoegen van betaïne kan de dagelijkse gewichtstoename van opgroeiende en vleesvarkens verhogen en de voer-gewichtsverhouding verlagen. Kan ook het ruwe vet en de longissimus dorsi-componenten van de varkens verhogen om de kwaliteit van varkensvlees te verbeteren.
3. Het gebruik van betaïne bij fokvarkens
Studies bij primipare zeugen hebben aangetoond dat betaïne het aantal biggen en het toomgewicht kan verhogen na het spenen op een leeftijd van 21 dagen, het oestrusinterval binnen 7 dagen na het spenen kan verkorten en de fokprestaties kan verbeteren. Het kan ook de ovulatieperiode en het sperma van zeugen bevorderen. Omdat betaïne werkt als een methyldonor, kan het de eiwitsynthese bevorderen en het homocysteïnegehalte in het serumeiwit van zeugen verlagen, waardoor de groei en ontwikkeling van in vitro-embryo's wordt bevorderd en de fokprestaties van zeugen worden verbeterd.33